NE 3
ENTREE
ANT. IN
ENTREE/DECODEUR
IN/DECODER
AV2
ENTREE/SORTIE
IN/OUT
SORTIE
RF OUT
ANTENNE
AV1
CONTROLEER DE TOEBEHOREN
1
Controleer dat alle in de "Technische gegevens" vermelde
toebehoren in de doos aanwezig zijn (੬ blz. 51).
PLAATS DE VIDEORECORDER
2
Plaats de videorecorder op een stabiel, horizontaal
oppervlak.
SLUIT DE VIDEORECORDER OP
DE TV AAN
3
De manier van aansluiten is afhankelijk van het model
TV dat u heeft.
RF AANSLUITING
●
Verbinden met een TV die GEEN AV ingangs-
aansluitingen heeft . . .
a– Ontkoppel de TV-antenne van de TV.
b– Verbind de TV-antenne met de ANT. IN aansluiting
op het achterpaneel van de videorecorder.
c– Verbind de bijgeleverde RF kabel tussen de RF
OUT aansluiting op het achterpaneel van de
videorecorder en de TV antenne-aansluiting.
AV AANSLUITING
●
Verbinden met een TV die wel AV ingangs-
aansluitingen heeft . . .
a– Verbind de antenne, videorecorder en TV zoals
aangegeven bij "RF AANSLUITING".
b– Verbind een los verkrijgbare SCART kabel tussen
de AV1 IN/OUT aansluiting op het achterpaneel
van de videorecorder en de 21-pens SCART
aansluiting van de TV.
VERBIND DE VIDEORECORDER
MET EEN STOPCONTACT
4
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
Basisaansluitingen
INSTALLEREN VAN DE VIDEORECORDER
Het is zeer belangrijk dat de videorecorder juist wordt aangesloten.
Volg de volgende stappen goed op. DEZE HANDELINGEN
MOETEN WORDEN UITGEVOERD VOORDAT U DE
VIDEORECORDER KUNT GEBRUIKEN.
Antenne-aansluiting
21-pens SCART kabel
Nadat u de stekker van het netsnoer in een stopcontact heeft
gestoken wordt het display voor het instellen van het land
op het TV-scherm en/of op het displaypaneel van de
videorecorder getoond wanneer u voor het eerst op de
toets van de afstandsbediening drukt om de spanning in te
schakelen; ga naar blz. 4 voor het automatisch instellen.
Achterpaneel
van TV
21-pens SCART
aansluiting
RF kabel
(bijgeleverd)
TV-antenne-
kabel
AV1 IN/OUT
Netuitgang
Netsnoer
Achterpaneel van
videorecorder
Maak een AV verbinding indien uw TV een 21-pens AV
ingangsaansluiting (SCART) heeft om de kans op storing te
verkleinen.