Cameras uit de 3-serie Installatie-instructies
Page 32
INLEIDING
Lees de instructies zorgvuldig door. Ze zijn bedoeld als handleiding voor het installeren
van uw camera en dienen te worden bewaard als naslagwerk. Niet alle cameras hebben
alle functies die in deze handleiding worden beschreven. Zie onderstaande tabel voor de
functies van de verschillende cameras. Alle cameras zijn uitgerust met een Direct Drive
(DD) lensverbinding en een verbinding voor de Automatische iris; daarnaast hebben ze
een instelbare scherpte-instelling en zijn ze geschikt voor C- en CS-lenzen.
Cameras die van kleur naar zwart-wit kunnen (VPC.../CM) schakelen geven onder bijna
alle lichtomstandigheden een perfect beeld. Om dat te realiseren, functioneren de
cameras in kleur als het beeld helder is en schakelen ze automatisch over naar zwart-
wit als het beeld donker wordt. Onder normale omstandigheden vindt de omschakeling
bij ongeveer 2.0 lux plaats.
TABEL 1
Opmerking: De NTSC- en EIA-modellen hebben respectievelijk het achtervoegsel /N en
/E. Deze varianten staan ook beschreven in tabel 1