A SERVICE OF

logo

30
30
Handmatige configuratie van de router
2. Voor “Authentication” (Authentificatie), selecteer “Pre-Shared Key” bij standaard
gebruik in uw woning of een klein kantoor. Deze instelling moet voor al uw cliënten
hetzelfde zijn.
3. Voer uw pre-shared sleutel in. Deze bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters,
cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw
pre-shared key kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”.
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Ken nu aan al uw
cliënten deze instellingen toe.
WPA/WPA2 (met radiusserver) instellen
Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten toe te wijzen,
gebruik dan deze instelling.
1. Selecteer “WPA/WPA2” in het dropdown-menu “Allowed Client Type” (Toegestaan
cliënttype).
2. Selecteer “802.1x” als “encryptietechniek” voor omgevingen met RADIUS-servers.
Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
3. Voer de “Session idle timeout” (Maximale niet-actieve tijd) van de radiusserver in in
het daarvoor bestemde veld.
4. Voer het sleutelinterval, de frequentie waarmee de sleutels worden verdeeld (in
pakketten), in in het veld “Re-Authentication Period” (Re-authentificatieperiode).
5. Voer de wachttijd na authentificatie in in het veld “Quiet Period”.
6. Voer het IP-adres en het poortnummer van de radiusserver in in de velden voor
“Server-IP” en “Server-Port”.
7. Voer de radiussleutel in in het veld “Secret Key” (Geheime sleutel).
8. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Stel nu al uw
cliënten op deze manier in.