Nl
14
De sluitersnelheid selecteren met de camera
Wijzig de instellingen als volgt als u foto’s wilt nemen met de sluitersnelheid die u op de camera hebt geselecteerd:
Camera
Belichtingsstand M (handmatig) of S (sluitertijd voorkeuze)
Sluitersnelheid Willekeurig
Intervaltimer Uit
Scherpstelstand AFC (continu-AF)
*
of M (handmatig)
Opnamestand S (één frame)
MC-36
Belichtingstijd 0 s
Interval Langer dan de sluitersnelheid van de camera
†
* Selecteer, indien beschikbaar, Ontspanprioriteit.
† Wanneer u autofocus gebruikt, kiest u een interval dat ten minste twee seconden langer is dan de sluiter-
snelheid van de camera. Zo heeft de camera tijd om te focussen. Wanneer u ruisonderdrukking bij lange
sluitertijden gebruikt (beschikbaar op sommige digitale camera’s), kiest u een interval dat ten minste twee
keer zo lang is als de sluitersnelheid van de camera.
De timer gebruiken
Voordat u de timer voor langere perioden gebruikt,
controleert u of de batterijen nog vol genoeg zijn. Ver-
vang de batterijen wanneer de indicator Batterij bijna
leeg ( ) knippert op het LCD-scherm (ᕤ).
Getimede fotogra e (7/7)