Philips SJM3152/17 Universal Remote User Manual


 
90
Wanneer u alle toetsen hebt hersteld en terug wilt
keren naar het instellingenmenu, selecteert u “No”
(Nee). Druk op OK.
D Opmerking
Bij het herstellen van een toets worden de
toetsgegevens overschreven die op uw universele
afstandsbediening voor de iPod™ waren opgeslagen.
Dit betekent dat als u deze toets gebruikt bij een
activiteit, deze activiteit ook verandert.
5.4 Een functie toevoegen
U kunt extra functies aan uw universele
afstandsbediening voor de iPod™ toevoegen.
Een functie toevoegen:
1. Selecteer de optie “Add a Function” (Een
functie toevoegen) in het instellingenmenu. Druk
op OK.
2. Selecteer het apparaat waar u een functie aan
wilt toevoegen.
3. Selecteer het label dat u wilt gebruiken voor de
extra functie.
4. Gebruikuworigineleafstandsbedieningomdeze
afstandsbediening de functie aan te leren.
De extra functie wordt aan de universele
afstandsbediening voor de iPod™ toegevoegd.
De extra functie openen:
1. Druk op de toets MAIN VOL om het functiemenu
te openen.
2. Selecteer met de cursortoetsen de gewenste
functie. Druk op OK.
D Opmerking
Extra functies verschillen bij elk apparaat. De functies
kunnen alleen maar worden geselecteerd in de
specifieke modus van het gewenste AV-apparaat. Als u
bijvoorbeeld een TV-functie wilt openen, dan moet de
afstandsbediening in de TV-modus staan.
5.5 Een activiteit toevoegen
Een activiteit bestaat uit een serie handelingen die
door uw universele afstandsbediening voor de iPod™
worden verzonden wanneer u de activiteit selecteert.
U kunt maximaal 8 activiteiten toevoegen. Een
activiteit kan maximaal 25 stappen bevatten.
De universele afstandsbediening voor de iPod™
voegt telkens als u op een toets drukt standaard
een vertraging van 0,6 seconden in. Op deze manier
reageren uw apparaten juist op de signalen.
U kunt deze standaardinstelling als volgt overschrijven:
•Alseenvanuwapparateneenlangeretijdnodig
heeft voor het ontvangen van het volgende IR-
signaal, kunt u een vertraging van 1 of 3 seconden
invoeren. Het veranderen van de vertraging geldt als
een stap in de activiteit.
•Alserbijeenactiviteitgeenvertragingnodigis,
kunt u de optie “geen vertraging” toevoegen. Als
u bijvoorbeeld het volume wilt verhogen tijdens
een activiteit door vier keer op de volumetoets
(omhoog) te drukken, hoeft u geen vertragingen
tussen deze vier stappen in te voeren. U voert
tussen elke stap de optie “geen vertraging” toe.
Een activiteit toevoegen:
1. Selecteer met de cursortoetsen de optie “Add
an Activity” (Een activiteit toevoegen) in het
instellingenmenu. Druk op OK.
D Opmerking
Als u al 8 activiteiten hebt toegevoegd, wordt u
gevraagd om een activiteit te verwijderen. Zie
paragraaf 5.6 Een activiteit verwijderen.
2. Selecteer het label uit de lijst met activiteiten.
Druk op OK.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om een
activiteit te maken.
 • Selecteerhetapparaatmetdecursortoetsen.
Druk op OK. Druk op de juiste toets om een
druk op een toets in te voeren.
• Bepaalofueenextratoetsofeenvertraging
wilt invoegen en selecteer “YES” (Ja) door op
OK te drukken.
Selecteer “NO” (Nee) als u geen extra
activiteit wilt toevoegen. Druk op OK.
Meer uit uw universele afstandsbediening halen